Parallel aan de bouw van de Noord/Zuidlijn liep het realiseren van de kunstwerken op de stations. Voor de communicatie over het project is gekozen voor twee sporen: een voor de ‘bouwfanaten’ en een voor een heel andere groep: de kunstliefhebber. Paul Pennock, creatief directeur bij oil for live communication, hielp de Noord/Zuidlijn om tot de verbeelding te spreken.
Noord/Zuidlijn spreekt tot de verbeelding
Op sociale media, en dan vooral op Instagram, is de kunst van de Noord/Zuidlijn een eigen leven gaan leiden. Bij de opening van de metrolijn sprak de Volkskrant van ‘museum Noord/Zuidlijn’ en Vice media vergelijkt de GVB-medewerkers met museumgidsen. Hoe is toegewerkt naar de omarming van de kunstwerken door niet alleen kunstliefhebbers, maar ook de buurtbewoners, forenzen en toeristen?
Prikkelen met een mysterieus beeld
Pennock: “We wilden mensen nieuwsgierig maken en meenemen in het verhaal van de kunstwerken. Ons uitgangspunt daarbij was dat wie meer weet van een kunstwerk, er meer in kan ontdekken en er meer plezier aan kan beleven. Om de nieuwsgierigheid te prikkelen begonnen we met een detail van het kunstwerk. Bijvoorbeeld bij station Noord zijn we gestart met een foto van een veertje als aanknopingspunt voor het grote kunstwerk ‘Flyways’. We gingen van klein en fijn naar het grote verhaal. Op de website namen we de mensen mee in het verhaal van het kunstwerk en van de kunstenaar. Regelmatig publiceerden we updates over hoe het kunstwerk tot stand aan het komen was.”
Samen met de kunstenaars
Een kunstwerk creëren dat is geïntegreerd in de Noord/Zuidlijn was voor de kunstenaars een unieke ervaring, ook op het gebied van de communicatie. Kunstenaars vertellen namelijk gewoonlijk hun verhaal zelf. Pennock: “We hebben het vertrouwen van de kunstenaars gewonnen door hen nauw te betrekken bij het verhaal rond hun kunstwerk. Ook overlegden we over welk detail te kiezen om het grote verhaal aan te vliegen. We kregen veel input van de kunstenaars en dat maakte het een leuk proces.”
Ziet u de wc-eend?
Alle verhalen staan in een geïllustreerde folder die in een oplage van 50.000 is verspreid. Een boek is in de maak. De teksten zijn inhoudelijk en informatief. Pennock: “Het is zeker geen Jip en Janneke-taal, maar wel licht van toon, met hier en daar een knipoog.” Zo besluit de tekst over Flyways met: Heb je een scherpe blik, dan zul je naast de gierzwaluw, de blauwe reiger en de fuut ook de wc-eend en de badeend aantreffen.
Eigen beeldtaal
Net zo belangrijk als het kiezen van de juiste woorden was het creeren van aansprekend beeld. Waar de vorderingen van Noord/Zuidlijn werden vastgelegd in journalistiek beeld, is hier gekozen voor een team van gespecialiseerde kunstfotografen: Gert Jan van Rooij, Jorrit ’t Hoen en Gé Dubbelman. Mensen met een eigen beeldtaal. Zij gingen op zoek naar de betekenis van het werk en vormden er een visie op. Pennock: “Met de fotografie spreken we tot de verbeelding.”
Extra dimensie
Bureau oil is gespecialiseerd in het bieden van een beleving. In de aanloop naar de onthullingen van de kunstwerken ontwierp het bureau houten kunsttorens die geschikt waren voor gebruik op stations en beurzen. Elke onthulling werd op een andere manier opgeluisterd. Pennock: “Voor de opening van het werk van Jennifer Tee op Centraal Station hebben we speciale panelen ontworpen, zodat haar werk ‘De Tulpen Palepai’ letterlijk onthuld kon worden. Het was ontzettend leuk om haar te ontmoeten en met haar te werken. Bij de opening van ‘Ramses Shaffy, Levenslijnen’ van Marjan Laaper op station Vijzelgracht gaf de combinatie met zijn muziek een extra dimensie.”